Deurganckdok loopt vol (verlies).

Vandaag, maandag 27 april, laat men het Deurganckdok vol lopen met water. Het project liep door acties van omwonenden een kleine vijftien jaar vertraging op. Het kost drie keer meer dan voorzien, de ecologische gevolgen zijn nauwelijks bestudeerd en de rendabiliteit staat ter discussie.

Het Deurganckdok zorgde voor de vernietiging van het dorp Doel. Het romantisch dorpsgevoel moest wijken voor economische ontwikkeling. Zoveel jaren later vraagt men zich af over welk soort economische ontwikkeling het dan wel gaat.

Het dok kreeg niet alleen vanuit natuurbeschermers en dorpsbewoners kritiek te verduren. Het dok heeft uiteindelijk 645 miljoen gekost. In eerste instantie had men het over 223 miljoen euro. Bij de aanleg van het dok werden er tot zesduizend extra arbeidsplaatsen beloofd, later werden het er tweeduizend, uiteindelijk werden het er ongeveer vijfhonderd. Een dorp verhuizen voor vijfhonderd mensen is wat anders dan dat doen voor vijfhonderd.

De voorstanders van het dok zijn door deze kritiek wat verveeld. "Ik erger me aan die negativiteit. Niemand kon in 2004 deze economische crisis voorspellen", brieste Eddy Van de Voorde, transporteconoom van de Universiteit Antwerpen in Trends van november 2012 . "In 2005 was het Deurganckdok nodig, omdat de haven op zo goed als haar volledige capaciteit werkte.”

Het dok zal de grootste containerschepen ter wereld kunnen ontvangen en past dus in de verdere logica van de uitdieping van de Schelde. Die is nu voorzien voor containerschepen tot 14 meter diepte. Die voortdurende verdieping is volgens haveneconomen nodig om te kunnen blijven concurreren tegen de allergrootste havens als Rotterdam.

De logica klopt, maar is niet onderbouwd door ernstige berekeningen. De verdere uitdieping van de Schelde heeft namelijk wel meer gevolgen. Vooreerst loopt het water daardoor sneller naar het binnenland wat kilometers verder voor overstromingen kan zorgen. Uitdiepen op de ene plaats zorgt voor overstromingen op de andere plaats. Een deel van de kostprijs van het dijkenverstevigingsprogramma Sigma, mag men dus eigenlijk ook op de rekening van projecten als Deurganckdok en anderen schuiven.

Tegelijkertijd slibben rivieren dicht.  Vloed gaat sneller dan eb. Of eb gaat trager en laat dus sedimenten achter. Hoe méér men uitdiept, hoe groter de getijdenwerking en hoe meer rivieren dicht slibben dus. Om ze open te houden moet er gebaggerd worden. Dat geeft twee problemen: het is peperduur en men weet niet goed waar men met het meestal giftige baggerslib naar toe moet. Zo besloot men in het binnenland een aantal rivieren (de Schelde rond Gent/Melle vb en de Dender) niet meer te baggeren. Dat vermindert hun economische waarde en de bergingscapaciteit bij overstromingen. Zo vragen burgemeesters van de Denderstreek al jaren dat er weer gebaggerd wordt. Op zich is dit ook geen oplossing vermits het de problemen enkel verplaatst.

In de haven en wat verder moet men de vaargeul evenwel openhouden om het transport te verbeteren.  "Om de huidige minimumdiepte van 14,70 meter in stand te houden van Antwerpen tot de Noordzee, moet er jaarlijks voor zo’ n 130 miljoen € onderhoudswerken uitgevoerd worden.” zegt Patrick Meire van de Universiteit Antwerpen in zijn boek (Naar een Duurzaam Rivierbeheer). “De AMORAS-installatie in Antwerpen die het slib ontwatert en bergt kostte bovendien 118 miljoen € en er hangt ook nog een exploitatierekening aan vast van 22 miljoen € per jaar.” Misschien moet men dit allemaal toch eerst eens uitrekenen voor men over een economisch succes praat.

 

Filip De Bodt