FSC-label onder vuur in Chili

De missie van het FSC-certificaat (Forest Stewardship Council) luidt: "Bevorderen van een aangepaste milieuvriendelijke manier, die sociaal rechtvaardig is en economisch houdbaar voor de bossen van de wereld. De stakeholders van duurzaam consumeren van hout, papier en andere afgevaardigde producten kunnen een FSC certificaat verkrijgen door hun producten af te stemmen op de criteria van FSC. Het FSC certificaat wordt gebruikt om aan te tonen dat het hout op een duurzame manier gekapt is." Na discussies in Brazilië, Finland en delen van Afrika, ligt het label nu ook in Chili onder vuur.

Op het internationale niveau werkt FSC samen met verschillende partners: NGO's zoals WWF en Greenpeace, bedrijven als TetraPak en Mondi PLC en middenveld organisaties zoals La National Aboriginal Forestry Association de Canada, bezitters van bossen, bosbeheerders, productiebedrijven enz. De procedures waarbij bedrijven toegang krijgen tot het FSC certificaat, verlopen via externe advies instanties. Sommigen van die certificaten staan onder zware maatschappelijke druk.

Het FSC certificaat verplicht exploitanten en leveranciers ertoe te voldoen aan tien principes en criteria van bosbeheer. Deze criteria omvatten onder meer het respect voor de rechten van de inheemse volkeren.

FSC certificering in Chili: Minico en Arauco

FSC-Chili bestaat uit een directie, samengesteld uit 9 leden, dit zijn verkozen partners door de Algemene

Vergadering voor elk domein. (3 directieleden per domein: ecologisch, sociaal en economisch domein)

Bij de directieleden van het economische domein, bevindt zich Augusto Robert van het bosbedrijf Minico (CMPC), een privaat bedrijf dat samen met Forestal Arauco, de meerderheid van bosactiviteiten in Chili organiseert. Met bijna 2 miljoen hectaren voor monocultuur van plantages van exotische dennen en eucalyptus, overheerst CMPC en Forestal Arauco het zuid-centraal gedeelte van Chili. Hierbij komt dat er ook verschillende pulpbedrijven aanwezig zijn voor de vervaardiging van papier en andere producten.

Deze bedrijven hebben het FSC certificaat gekregen, ondanks kritieken van de Mapuche-indianen. De

Mapuches hebben de aandacht gevestigd op de impact van de aanwezigheid van plantages op hun samenleving en betwisten het innemen van voorouderlijke gronden door de bedrijven. Zoals bij eerdere publieke conflicten klagen de Mapuches-indianen over de gevolgen van het vervuilen van het water.

Reeds in 2006 hebben organisaties uit 8 landen geëist dat men het FSC certificaat van bepaalde bedrijven terug moest intrekken, waaronder 2 in Chili. Dit zijn de bedrijven die zijn overgenomen door Arauco (Forestal Bio Bio) en Forestal Minico (Forestal Monteaguila). Ze liggen in de gebieden waar de conflicten met de Mapuche gemeenschappen plaatsvinden.

In januari van 2011 heeft de Alianza Territoral Mapuche samen met verschillende gemeenschappen geprotesteerd tegen Rainforest Alliance, het bedrijf dat de certificaten heeft toegekend aan Forestal Minico: het FSC-certificeringsproces werd geïnitieerd bij Forestal Minico op 29 november 2010 voor een oppervlakte van 666.581,7 hectaren, hiervan bevinden grote delen zich op het voorouderlijk gebied van Mapuche-indianen.

In september 2011 presenteert Grupo de Trabajo por Derechos Colectivos formeel een reeks van voorvallen. El Grupo staat erop dat er geen enkele toekenning meer wordt gedaan van het FSC-certificaat en dat er geen inbreuk meer wordt gepleegd op de rechten van de mens. "Daarnaast eisen we dat het toebrengen van ernstige schade, die voor negatieve impact en conflicten zorgt op zowel ecologisch, sociaal als economisch vlak, stopt.

Deze schade wordt veroorzaakt door de betrokken bedrijven in de voorbije jaren en dit is opgenomen in een wetenschappelijk verslag."

Doordat de Grupo de Trabajo por Derechos Colectivos een presentatie heeft opgesteld rond het FSC certificaat hebben SmartWood, Program/Rainforest Alliance en Woodmark overwogen geen enkele plantage van deze bedrijven nog gecertificeerd te laten.

Ondertussen begint tegen Forestal Arauco in 2009 een vooronderzoek. De toezichthouder, die dit onderzoek betaalt is Woodmark. De groep van ingenieurs geeft een verklaring over het inheems bos: "Forestal Arauco S.A. bevindt zich niet in de juiste condities om het FSC certificaat te bezitten, volgens het samengestelde bewijs. De actuele praktijken geven geen erkenning van verantwoordelijk bosbeheer en voldoen niet aan de voorwaarden om het FSC certificaat te gebruiken." Woodmark bracht ook een reeks van zeer actuele wanpraktijken aan het licht.

Uiteindelijk bleven deze twee bedrijven toch gecertificeerd: Rainforest Alliance, verantwoordelijk voor de certificering van Forestal Minico, heeft zelf een eigendom met een oppervlakte van 656,738,2 hectaren bebost gebied. Hierop staan plantages van Pinus Radiata; Eucalyptus nitens; Eucalyptus Globulus. In 2012 heeft men hiervoor het FSC certificaat toegekend. Deze beslissing werd genomen zonder de lange lijst van wantoestanden en conflicten in overweging te nemen.

In de tussentijd, in maart 2013 weigert Woodmark het FSC certificaat aan Forestal Arauco, maar op 10 september van hetzelfde jaar, krijgt men toch een certificaat voor een oppervlakte van 1.116.788 hectaren, verdeeld tussen de gebieden van Maule (VII), Bio Bio (VIII), Araucania (IX), Los Rios (XIV) en los Largos (X).

FSC-label in Chili in diskrediet

Ook Forestal Mininco bezit een lange lijst van onregelmatige activiteiten op het moment dat zij hun certificaat gekregen hebben. Ook zij worden onder vuur genomen met een lijst van klachten over conflicten en slecht samenwerken met plaatselijke gemeenschappen. Op 13 november kondigt de gemeenschap Soto Calfuqueo de Neuva Imperial nieuwe acties aan om het negeren van de overeenkomsten onder het licht te brengen. In december 2014 eist de Mapuche gemeenschap van Juan Bautista Jineo nieuwe schadevergoedingen. Door plantages te blijven aanleggen, breekt men in op de eigendom en in de aangrenzende huizen van de Mapuche gemeenschap. In augustus van hetzelfde jaar gaat de Mapuche gemeenschap Eugenio Araya Huilinir de Renaico in beroep tegen Forestal Mininco omdat het de gerechtelijke overeenkomst niet nakomt. Volgens het Hof van Apelaciones de Temuco moet het bedrijf elke activiteit stoppen die het herstellen van het gebied tegen houdt.

De bedrijven zeggen dat ze op zoek gaan naar oplossingen en vreedzame uitkomsten. Het kwam evenwel tot een intensifiëring van het conflict omdat ze aanspraak maken op het militair apparaat om de gemeenschappen terug te dringen.  Ze baseren zich hiervoor op de wet tegen terroristische en criminele bedreigingen. Ze worden ervan verdacht 7 medewerkers van de bosbrigade te hebben vermoord en verschillende heilige plaatsen te hebben vernield. Daardoor kunnen heilige plaatsen van de Mapuche-indianen, die oorspronkelijk niet tot de eigendom van Mininco behoren, moeiteloos worden aangehecht bij de eigendom van het bedrijf. De FSC adviseur, Rainforest Alliance, registreert driehonderd van deze aanklachten ter plaatse maar weigert om deze vrij te geven.

Impact op bossen en vraagtekens bij het certificeren door adviseurs

Bovenop de conflicten van publiek belang, waar we het eerder over hadden, heeft het FSC certificaat ook bijgedragen aan het consolideren van zijn uitbreiding en geïntensiveerde impact zoals: tijdens de verplaatsing van het Bosque Nativo; verlies van zowel oppervlaktewater en grondwater is één van de vele klachten van regio IX en X (de exotische monocultuur landbouw slorpt al het water op); willekeurig gebruik van pesticiden en het vervuilen van ecosystemen; inperken van rurale gemeenschappen door monocultuur; afbraak van landelijke wegen en vervuiling door de transit van zware machines, zeker in oogsttijden; verlies van fauna en flora (ook medicinale planten en voedsel). Ook na het verplaatsen van Bosque Nativo vonden schandalen plaats: grond voor vee en landbouw zijn vervangen door industriële bosbouw wat een verlies met zich meebrengt van de voedselsoevereiniteit; overtreding en betreding van heilige plaatsen; verhoogde emigratie en armoede op plaatsen waar grote hectaren van Forestal zich bevinden; gevaar voor plagen ; deze voorbeelden zijn nog maar een klein onderdeel van de consequenties voor verschillende gemeenschappen en organisaties. Deze klachten werden allemaal geregistreerd en gesignaleerd.

Er zijn meerdere verslagen en rapporten waarin deze klachten naar boven komen, maar deze overtredingen worden niet in rekening gebracht bij de toekenning van het FSC certificaat. Eigenlijk zouden standaarden en criteria openlijk moeten aangekaart worden om de internationale standaarden bij te schaven.

Echter hebben verschillende instellingen die certificaten uitdelen, certificaten toegekend zonder te voldoen aan de eisen. Het eigen bedrijf Rainforest Alliance, dat instond voor de toekenning van FSC-certificaat aan Forestal Mininco (CMCP), is geconfronteerd geweest met zware interpellaties op internationaal niveau.

De mondiale beweging voor tropische bossen heeft aangekondigd dat het niet acceptabel is om industriële plantages (monocultuur) een certificaat te verschaffen. "Het belangrijkste doel van FSC is om zich op te werpen als internationaal label dat betrouwbaar en respectabel is voor houtproducten. Dit is ook omdat de leden van FSC verschillende bedrijven zijn maar geen overheden" signaleert de organisatie. Ze voegt er nog aan toe: "De actuele criteria voor het label zoals FSC ze omschrijft, openen opnieuw een debat dat het FSC certificaat er een tweede agenda op na houdt: aanmoedigen van een overmatig consumptie patroon. Er is dringend nood aan het reduceren van de consumptie van papier en het aanmoedigen van recyclage én lokale productie van bomen waardoor de diversiteit vergroot en voordelig is voor lokale gemeenschappen."

In Chili gaan de zaken intussen gewoon verder. Nochtans is het steeds meer noodzakelijk dat er een internationale evaluatie komt van de doelstellingen en dat afwijkingen van het certificeringsproces worden bijgehouden om zo te komen tot een duurzaam bosbeheer door de Chileense bedrijven. Dit houdt ook in dat ze rekening houden met mensenrechten en alle ernstige sociale en milieueffecten van hun praktijken.

Vrije vertaling van artikel van Alfredo Seguel door Katrin Van den Troost