Rojava: ecologische uitdagingen voor Koerdische regio

Sinds 2013 proberen de Koerden er een democratische staat te organiseren, die gebaseerd is op decentralisatie, vrouwenrechten, ecologie en diversiteit. Later verjoegen ze ook IS in Kobane en Raqqa, de hoofdstad van de Islmatische terreurbewegingen.

De Autonome Regio (ANEES) haalt de mosterd gedeeltelijk bij de gevangen Koerdische PKK-leider Oçalan. Die maakte in de gevangenis een ommekeer door en evolueerde van een eerder autoritaire vorm van socialisme naar de ideeën van de Amerikaanse anti-autoritaire denker Bookchin. Aanhangers van de man moeten zich niet al te veel illusies maken: de autonome regio is geen Bookchin-staatje. Maar een aantal principes zoals decentralisatie worden er wel toegepast: honderden communes en wijkraden hebben het er voor het zeggen. Ze worden voorgezeten door vrouwen en mannen in een co-voorzitterschap, al moeten beide partijen daar op het platteland zeker nog aan wennen.

Ecologie tijdens de heropbouw.

De regio is bezig aan een constante heropbouw. Die is niet zonder gevaar: slapende IS-cellen plegen er soms nog aanslagen tegen de nieuwe machthebbers. Maar vooral is die moeilijk: waterputten zijn vergiftigd, huizen vernield, parken en landbouwgrond verdwenen. Midden in die chaos bouwt men dagelijks nieuwe wijken, leggen buurtcomités parken aan en beginnen mensen opnieuw aan landbouw te doen.

De realiteit is soms verschrikkelijk: Turkije houdt het water van de Tigris op. Lokale gemeenschappen doen alles om met nieuwe projecten en tankswagens een soort van regelmatige bevoorrading te installeren. Dat lukt gedeeltelijk. In sommige regio’s is er nog bergen werk te verzetten: het grondwater in Hassaké is bijvoorbeeld giftig. Toch boren inwoners putten om aan water te geraken, met alle mogelijke gezondheidsgevolgen vandien. In de buurt worden oude storten van het Assad-tijdperk afgegraven en verplaatst om het grondwater te beschermen. Tegelijkertijd start men met de bouw van rioleringssystemen. Zelf hoop ik dat men daar niet in overdrijft. In Vlaanderen hebben we gezien hoe een sterk doorgedreven riolering en betonnering mee voor overstromingen zorgt als gevolg van de klimaatopwarming. Gedecentraliseerde plantenzuiveringsbedden zijn veel goedkoper en laten dus financieel meer ruimte voor andere basisvoorzieningen.

Energie.

Aan de grens met Irak liggen talrijke petroleumvelden. Een aantal daarvan zijn illegaal. Petroleum wordt deels verkocht op de zwarte markt en deels zonder raffinage in allerlei voertuigen of machines gebruikt. De leeftijd van de pertroleumarbeiders ligt volgens een getuige lager dan dat van de gemiddelde bevolking en de ganse regio ruikt naar olie. Raffinagecapaciteit is er niet en door de economische blokkade van Irak, Turkije en het Syrisch regime is het zeer moeilijk om goederen het land binnen te krijgen. Toch arriveren de eerste zonnepanelen. Wie hier fossiele brandstoffen onder de grond wil houden, zal ook moeten zorgen voor werk en een deftig inkomen voor iedereen.

Landbouw.

Tweestromenland was en is een zeer vruchtbare regio met vooral veel granenteelt. Verder vind je er schapen, geiten en hier en daar wat runderen. De universiteiten doen experimenten met compost. Een uitgebreid aanbod van groenten en fruit ligt in de winkeletalages. Het is evenwel niet eenvoudig om ze ter plaatse te kweken. De droogte beperkt de productie zonder irrigatie en eerder stelden we al de Turkije de watervoorraden kaapt.

Tijdens zo een bezoek word je geconfronteerd met het verschil tussen theorie en praktijk. Rojava wil vooruit en schreef ecologie in zijn grondwet. Vrijwel elke gemeente geeft wel een ‘Schepen’ van ecologie, maar ze staan allemaal met de voeten in het dagelijks leven. Rojava geraakt hier niet alleen uit. Internationale erkenning en hulp zijn nodig om deze bevolkingsgroep, die met succes de IS van zich afschudde, ook te bevrijden van de ecologische rampen die een oorlog veroorzaakt.

Filip De Bodt

 

 

Rojava