Column - ‘Als de rivieren overlopen’

Even op vakantie vertrekken richting Wallonië, dat was het plan. De laatste twee dagen keken we naar een catastrofe. Ondertussen zitten we vast in Durbuy.

Gisterenochtend vertrokken we bij Celinie in Gerin. Ze drukte ons op het hart en zei net als Frank Deboosere: “Dit komt er al jaren aan en zullen we meer en meer zien als politici de klimaatverandering blijven negeren. Misschien wel om de tien jaar.” Een half uur later staan we aan de oevers van de Maas en zien we tenten, huisdeuren, stoelen en inboedels voorbij kolken. Nog een uurtje later zitten we vast in Ciney, waar we overnachten in een woonwagen. De overnachtingen voor de komende drie dagen zijn afgezegd: “We zijn overstroomd mijnheer, de eerste verdieping is volledig naar de vaantjes. Onze slagerij staat onder water en er is geen elektriciteit meer. We kunnen niet zeggen wanneer we nog mensen kunnen ontvangen. Eerst was er COVID en nu dit, aan het begin van ons seizoen.”

We denken er even aan met de fiets op de trein naar huis te stappen maar ook dat is onmogelijk: het treinverkeer is in alle richtingen geblokkeerd... Heel wat gemeenten vorderen slaapplaatsen op. Reservaties van buiten de regio mogen niet meer. Vermits wij met de fiets reizen en niet terug kunnen, maakt men voor deze twee Vlamingen graag een uitzondering. De volgende dagen leiden ons naar Spa en de Hoge Venen, tenminste als dit nog mogelijk is. Beelden van de reeks ‘Als de dijken breken’ doemen op in onze hersenen. Al die mensen die hun inkomen of hebben en houden kwijt zijn... omdat politici het hoofd in het zand steken... en pas tergend traag de realiteit in zien, het maakt mij kwaad en triest tegelijkertijd.

Tegen rampen als deze is geen menselijke structuur opgewassen: mensen sterven in het water, brandweermannen moeten ze laten gaan omdat ze er niet bij kunnen, auto’s drijven voorbij, treinbeddingen verzakken, huizen branden, een kind verdrinkt... Neen, zo een rampen kan men enkel voorkomen. Eenvoudigweg door zo snel mogelijk te stoppen met het verbranden van fossiele brandstoffen. En als we het wat breder mogen zien: door een deftig milieubeleid te voeren met degelijke adviezen, vergunningen en controle. Door bomen te planten in plaats van ze te kappen of openbaar vervoer uit te breiden in plaats van het in te krimpen! Elk kan zo nog tientallen voorstellen uit zijn koker halen... maar de uitvoering ervan slabakt omdat de politiek niet mee wil. Of te traag meewil.

Afgelopen weken zagen we in ons eigen Vlaanderen (dat het toch o zo veel beter doet dan anderen) hoe we nog altijd giftige stoffen als PFAS produceren, verkwanselen en zelfs wegstoppen. Diegenen die er centen mee verdienen gaan meestal ongehinderd met een volle portemonnee naar huis. We mogen al van geluk spreken als ze er al niet in slagen om de boel nog meer naar de vaantjes te helpen. Denk nu aan water en hoe het bouwen in overstromingsgebieden en de betonpolitiek het kwaad nog verergeren.

Je gaat wel ver vandaag, denk je nu als lezer. Wel, drie dagen geleden heb ik het museum Bois Du Casier bezocht in Marcinelle. Ik zag er hoe mijnwerkers behandeld werden als slaven en hoe ze stierven omdat men onvoldoende veiligheidsmaatregelen trof. Die waren te duur voor de mannen die hun geld verdienden op de rug van anderen. En ja, we leven in andere tijden. Ja, door het gevecht dat onze voorouders voerden hebben we het beter. En vandaag stierven ook mensen, om ongeveer dezelfde redenen: diegenen die abnormaal veel centen verdienen worden via allerhande kortingen en voordelen buitensporig in de watten gelegd. In die mate dat er geen geld over is om te investeren in het welzijn en leefmilieu voor het gros van onze mensen. We hebben niet eens geld om vergunningen, belastingen of sociale wetten degelijk te controleren. Laat staan om een stringente klimaatpolitiek te ontwikkelen die er moet voor zorgen dat we niet elk jaar tot de oksels in het water staan.

Filip De Bodt