Geen vrolijke Kerst voor veel boeren en producenten.

De korte keten breekt.

Geen vrolijke Kerst voor veel boeren en producenten.

Bedrijven, burgers en overheden, iedereen heeft het moeilijk met de opeenvolgende systeemcrisissen (energie, klimaat, oorlog). Voor de kleine producenten en handelaars in de korte keten komen al die crisissen simultaan aangerold: ze raken moeilijk aan grondstoffen, kreunen onder de energieprijzen en betalen zich blauw aan transport. Verschillende onder hen haken af of verminderen productie en aanbod. Dit heeft een enorm risico: onze voedselvoorziening dreigt definitief in handen te komen van de industrie, met alle gevolgen van dien: smaakvervlakking, milieuvervuiling, verlies van authenticiteit…

Net voor corona begon de korte keten in België sterk te bloeien: er kwamen meer en meer hoevewinkels, grotere initiatieven, kleine verwerkers. Samen zorgden ze voor een mooi aanbod aan lokale en authentieke producten. De lokale economie ging erop vooruit en in elk dorp of stad zag je kleine ondernemingen als paddenstoelen uit de grond rijzen. Van groenten, over siropen, kant en klare gerechten tot bieren en wijnen: Vlaanderen en Wallonië waren hun eigen smaak en producten opnieuw aan het ontdekken.

Tijdens corona konden ze rekenen op een groei die hen toeliet investeringen en kosten te recupereren. Dat hadden ze immers nooit gezien: de productie/verkoop was nooit echt rendabel zonder goedkope arbeidskrachten (familie en vrijwilligers), subsidie (sociale werkplaatsen) of een dubbele dosis aan creativiteit: wie een niche kon bespelen (catering, omzet vergroten door internetverkoop of opbouw van netwerken...) kwam er nog best van af.

Verzamelde crisissen.

Na corona haalde men dit perspectief niet meer: mensen kiezen opnieuw voor supermarkten met kleine prijzen. Men vergeet dat die hun kleine prijzen slechts kunnen handhaven door producenten onder druk te zetten, voedsel te verdunnen, monoculturen te lanceren of met het etiket te frauderen. Soms (Colruyt) kopen ze landbouw- of visgronden op om ook de productie in handen te krijgen en zo de kleine producenten nog meer te kunnen breken.

Tegenover een dalende verkoop staan sinds de energiecrisis stijgende kosten. Daarbij komt de klimaatcrisis die voor velen aan den lijve voelbaar is: er is te weinig gras voor sommige kaassoorten, wie gevogelte invoert uit Frankrijk om ze hier op te kweken is zijn dieren kwijt door de vogelgriep, er is enorm veel water nodig dat dan soms met bakken uit de lucht valt en oogsten vernietigt. Daarbij komen nog de stijgende energie- en transportprijzen.

De resultaten zijn zichtbaar: Lokaal markt houdt nog 1 markt over, In Nukerke ging de lokale Boerkoos-markt dicht, producenten stoppen ermee. Organisaties als Voedselteams krijgen het moeilijk. Iedereen zegt met een omzetverlies van 20 tot 30 % te kampen. Sommige multinationals zitten als aasgieren te loeren naar mogelijke verruiming van hun markten.

Kopje onder.

Als er niets gebeurt mag men zich verwachten aan een korte keten die grotendeels kapseist, met alle gevolgen van dien: verlies van smaken, tewerkstelling, lokale economie. Laat ons daarbij ook niet vergeten dat de korte keten voor eerlijke prijzen zorgt, de klimaatschade beperkt door niet alle goederen over de ganse wereld te laten transporteren en veruit het beste systeem is naar de volksgezondheid toe. Industriële voeding zal onze wereld niet redden!

Het wordt dan ook tijd dat de overheden uit hun kot komen: plannen maken, gidsen opstellen en promotiecampagnes voeren, dat is allemaal goed. Maar daar overleven producenten niet mee. Via aankoopcentrales verbindt de overheid zich ondertussen tot de aankoop van zo goedkoop mogelijke industriële voeding. Daar wringt het schoentje: als de overheid wil dat er nog een korte keten bestaat, dan zal ze er zelf moeten haar aankopen doen en systemen zoals maaltijd-, eco- en andere cheques vervangen door reëel loon, of openzetten voor de kleinere sectoren. Verder zal men de inkomens van de mensen moeten garanderen door de index te verbeteren in plaats van af te bouwen. Talrijke industriële sectoren hebben aan de klimaatcrisis, energiecrisis of corona goed verdiend. Zij mogen het gelag betalen. Het wordt kiezen of delen.

Filip De Bodt (vzw Climaxi), Katrin Van den Troost (CV Eco & Fair), Wim Moyaert (Boerenforum), Karel Houdmont (CV Ourobouros), Kristel Cuvelier (FIAN), Sofie Vanthourenhout (vzw Voedselteams), Laurence Claerhout (Linked Farm), Danny Van Haute en Kevin Van Haute (De Heideveldhoeve, Merchtem), Ruth Van Reusel (Rico Lab, Deurne)