Johan Vande Lanotte: Vlaamse vissers zijn geen grote vernieuwers.

In november gaf Climaxi éénmalig Het Visserijblad opnieuw uit. Op 1500 exemplaren wilden we opnieuw tonen dat er wél aandacht is voor visserij in Vlaanderen.

Eén van de interviews in het blad was er eentje met Johan Vande Lanotte, ex-minister van Visserij én burgemeester van Oostende. Over visserij, Oostende, de Oosteroever, ferryverbindingen enz...

HVB: Vorige week werd de eerste steen gelegd voor de bouw van een nieuwe vismijn in Oostende. Wanneer is ze klaar?

JVL: De bouw van de vismijn zelf is nog niet gestart. Er worden pakhuizen gebouwd die dit jaar af moeten zijn.

Er is voor de vismijn een vergunning, maar alles hangt af van het VLIZ (Vlaams Instituut voor de Zee). Die zitten nu nog op deze site. Ze moeten verhuizen om de nieuwe mijn te bouwen. Er komen kades die toegankelijk zijn voor vrachtwagens, dus de straat in het midden moet weg en het gebouw moet verder van de kade komen. Dat VLIZ-dossier blijft nog hangen op Vlaams niveau, maar bon: er is veel gespeculeerd en gezegd dat er geen vismijn ging komen. Toch start die eerste fase al. Een investeerder doet dat ook niet als hij denkt dat er geen toekomst gaat zijn.

HVB: Hebt u als socialist geen heimwee naar de tijd dat een stad zelf een vismijn kon runnen?

JVL: Het is niet meer aan de stad om een vismijn uit te bouwen. Men kan heimwee hebben naar alles, maar de Europese Commissie zegt dat een uitbouw alleen kan als de stad er zelf geen geld in steekt. En dan nog, zou een eigen uitbouw beter geweest zijn? Na jaren publieke vismijn hadden we op een bepaald moment nog 19 % van de totale veilingomzet in Vlaanderen. Nu zitten we op een niveau, 35 à 38% , dat hoger ligt dan tevoren.

HVB: Volgens het contract tussen De Vlaamse Visveiling, de stad en de Vlaamse Gemeenschap moet 45 % van het aangebrachte volume in Oostende verkocht worden. Uw voorganger, Jean Vandecasteele, zei twee jaar geleden al dat de stad een juridische procedure zou aanspannen tegen de Visveiling.

JVL: Het contract voorziet de mogelijkheid van een dergelijke procedure inderdaad vanaf januari 2016. We zullen zien of we dan de eindcijfers halen of niet. Vermoedelijk niet. Er zal dan een debat moeten zijn over deze cijfers, zeker als we ze niet halen. Maar daar komt één en ander bij kijken. Men zal opwerpen dat het niet de fout van de Visveiling is dat die cijfers niet gehaald werden: achterblijven van bouwvergunningen, de verhuis van het VLIZ die niet rond raakt. Het zou dom zijn om nu al méér te zeggen over eventuele procedures die we kunnen voeren. Het allerbelangrijkste is wel dat er een nieuwe vismijn komt.

HVB: Kon men de bestaande veiling niet herbouwen?

JVL: Die is echt niet meer aangepast aan de noden van de tijd. Investeerders zeggen ook dat die veel te groot en te lang is en zéér moeilijk te koelen. In de visserijsector is het altijd moeilijk geweest iets te veranderen, met als resultaat dat het hier voortdurend achteruit gaat. Bij de Vlaamse vissers is er grote terughoudendheid voor iedere verandering. Vernieuwing komt altijd uit Nederland. Denk aan de pulskor. Ik heb daar mijn bedenkingen bij, bij dat elektrisch vissen, maar het zijn toch wel weer de Nederlanders die er mee voor de pinnen komen. Als men hier een initiatief neemt is het altijd verkeerd. Als men geen vismijn bouwt is het niet goed. Als men er wel een bouwt is het te groot of te klein. Ik ga tenminste voor de visserij. De vzw Oostendse Oosteroever wou de vismijn gebruiken voor tentoonstellingen, beurzen en fuiven. Is dat toekomstdenken? Ik ben geen man die veel naar het verleden wil kijken. Het verleden is wat het geweest is. Nostalgie levert geen jobs op.

JVL: Vissers vrezen dat men ze van de Baelskaai wil wegjagen.

Het visserijdok is voor de visserij. Vermits er maar een paar schepen meer waren dachten we van het dok voor één derde te dempen. Uiteindelijk zijn we daar vorig jaar op terug gekomen. Het was niet meer nodig omdat andere havenpartners hun plannen wijzigden en plaats genoeg hebben. De scheepswerven daar mogen nu gerust zijn, al waren ze allemaal akkoord om te verhuizen. Het gaat trouwens goed met hen, omdat ze niet alleen meer op visserij focussen maar ook voor de off-shore bedrijven werken. Maar neen, we verjagen niemand. Op de Baelskaai zal zelfs altijd vissersmateriaal mogen blijven liggen, maar men moet er geen stort van maken.

HVB: U trekt nogal de kaart van de familie Becaus en de Vlaamse Visveiling. Voor velen zijn dat immobiliënburelen in plaats van vishandelaren.

JVL: Ik trek niemands kaart, maar hoe leeft een mijn? Ze leeft doordat er naast de vismijn andere zaken zijn waar ze aan verdienen. De vismijn is het hart, maar de opbrengsten komen eigenlijk van wat er rond hangt: verhuur van pakhuizen bijvoorbeeld. Men doet aan sfeerschepping. Als je investeert in bedrijfsgebouwen, ben je dan een immobiliënkantoor? Niemand gaat tien miljoen euro investeren als er geen opbrengst is toch? Had de veiling niet geïnvesteerd in Zeebrugge, dan was daar nu geen visserij meer. Men ging destijds ook overal zeggen dat er appartementen gingen komen op de vismijn. Dat is onzin. Dat kan niet eens volgens de ruimtelijke plannen. De mensen van de vismijn zijn soms stug, maar mensen van de visserij ook. Het is een moeilijke sector vol moeilijke mensen. Maar mensen die investeren, moet ik toch niet negatief gaan beoordelen?

HVB: Is er nog hoop voor de mensen van de Oosteroever? Zij zien de bouwplannen aan de Baelskaai niet graag komen.

JVL: Ho, dat plan ligt al een tijdje vast en dat gaat niet meer veranderen. In de jaren ’90 hebben we nog geweigerd om daar een stadsgebied van te maken. Eigenlijk hebben we te lang gewacht, want de situatie is enkel maar verder verloederd. De organisatie van de sector is veranderd. Er wordt niet meer toegeleverd door kleine bedrijven aan de kaai. Daarom had je vroeger veel kleinschalige visserij-industrie in de omgeving. Die is verdwenen. De plannen gaan dus door. In november komt de verkoop van de gronden van het Vlaamse Gewest aan Burco op de agenda van de gemeenteraad. Dan kan die fase ook starten.

HVB: Maar het wordt een wijk voor de happy few… een soort Manhattan aan zee?

Het grootste gebouw is een duur gebouw en voor heel wat andere appartementen zijn de prijzen “normaal”. De kritiek is van sommigen ook ongeloofwaardig: de bewoners hadden ook kunnen zeggen dat ze niet wilden verkopen, maar ze waren er als de kippen bij om het wel te doen. We hebben toen met alle eigenaars gesproken om iedereen zijn mening te kennen.

HVB: Een democratische invulling van ruimtelijke ordening is natuurlijk meer dan met alle eigenaars te gaan spreken.

JVL: Dat klopt. Maar met wie moesten we gaan spreken? Daar woonden geen vijftig mensen meer. Met zo een klein aantal kan je geen toekomst maken. De mensen van de wijk verderop, de Vuurtorenwijk, die trekken zich dat echt niet aan. Er zijn belangengroepen die daar “wonen” of gewoon in de stad actief zijn. Maar vertegenwoordigen zij de buurt?

HVB: Dit moet uw stad nogal wat geld in het laatje brengen?

JVL: Zoveel is dat nu ook niet. Reken dat je na de voltooiing per jaar een duizend tot duizendvijfhonderd euro verdient per appartement en de bewoner die het kadastraal inkomen, personenbelasting en eventueel verblijfstaks betaalt. Maar dat loopt zo hard niet. Bouwfirma’s beginnen tegenwoordig maar te bouwen als de helft van wat ze gaan zetten al verkocht is. Voorlopig staan er een honderdtal woongelegenheden. Het is niet omdat er gigantische plannetjes op de websites van de bouwfirma’s staan, dat dat allemaal vlug gerealiseerd wordt. Aan de Gistelsesteenweg is er in dezelfde tijd al véél meer geïnvesteerd in betaalbare eengezinswoningen.

HVB: U zou dat als stad kunnen sturen of faseren, die invulling.

JVL: Maar neen, wij gaan niet zeggen hoe zij de markt moeten invullen. Wij maken het kader en beoordelen de architectuur.

HVB: Volgens de vzw Restart stimuleert U ook geen nieuwe initiatieven en zou u tegen de uitbating van een nieuwe ferrylijn zijn?

JVL: De Haven heeft contact gehad met allerhande rederijen. Met de mensen van Team Ferry, die zich onlangs aandienden, ook. Er ligt 500.000 € klaar om ons deel van de infrastructuur te realiseren die we nodig hebben om een nieuwe ferryterminal op te starten. Maar het moeten natuurlijk ernstige voorstellen zijn. Team Ferry kwam op maandag zeggen dat tegen vrijdag alles in orde zou zijn. We zijn vier weken later en ik heb nog niks gezien. Wie zo een plan in zijn hoofd heeft moet ongeveer vijftien miljoen euro kunnen verzamelen om de eerste twee jaar boven water te blijven. Ik kom veel transporteurs tegen die eventueel interesse zouden hebben. Die weten ook wel dat alle andere uitbaters van ferryverbindingen hun prijs gaan laten zakken als er hier een nieuw initiatief komt. En wie daar gebruik van maakt wil niet zien dat het initiatief op korte termijn failliet is. Anders betalen ze later het gelag. Ramsgate heeft dan inderdaad Bill Moyses aangesteld om de zaak vooruit te helpen. Dat is verdorie de man die het dossier van de toenmalige overheidsrederij RMT verprutst heeft! Ik ga onze haven niet afhankelijk maken van dit soort van risico’s. Onze belangrijkste sector qua tewerkstelling is de off-shore sector. En we verdienen het meest aan bulk (ontginning van zand en co). De RoRo is nog altijd een optie, maar moet op alle vlakken ernstig uitgewerkt zijn.

Filip De Bodt