Megawaterstoffabrieken, logisch?!

Op de website van Climaxi stelde Hugo Buyssens de vraag of het verantwoord was om in Oostende een grote waterstoffabriek te bouwen. Hij staat niet alleen met zijn twijfels. Sara Van Dijck van BBL en Pieter Boussemaere van Vives Hogeschool Brugge gebruiken gelijkaardige argumenten. De tekst die Climaxi eerder publiceerde was vooral een oproep aan de professoren en specialisten om een maatschappelijke discussie te voeren over het beleid? Wat zouden de grote lijnen kunnen zijn van een coherent beleid? En  welke logica zit er achter de voorstellen om megawaterstoffabrieken te bouwen?   
   
Wat doen de regeringen? Ze beslissen of verordenen dat de CO2-uitstoot in 2030 met de helft moet verminderen en dat we in 2050 CO2-neutraal moeten zijn. En dan denken de regeringen dat ze alles aan de individuele beslissingen van bedrijven en particulieren moeten overlaten en dat ze enkel maar de juiste subsidies moeten geven en genoeg taksen heffen. “Positieve en negatieve incentives” en zo het gedrag van de bedrijven en van de particulieren sturen. Dat is volledig in lijn met de nobelprijzen economie van de laatste decennia. Zo komen we er nooit.
 
Iedereen kent de curven. Hoe langer we wachten, des te steiler de CO2 uitstoot naar beneden moet om de temperatuurstijging tot 1,5 of 2°C te beperken. We hebben een bepaalde hoeveelheid CO2 die er nog in de lucht mag. We moeten er dus zo zuinig mogelijk mee omspringen. Wat we nu doen om 2030 te halen moet ook passen in het plan om in 2050 CO2 neutraal te zijn. En dat is onmogelijk zonder een beleid dat inhoudelijke beslissingen neemt, zonder een beleid dat het pad bepaalt, dat we moeten volgen.  
 

congres waterstofnet

Technologisch is er eigenlijk geen probleem. Het wordt elektriciteit en waterstof. Als ik dat invul naar de toekomst zonder fossiele brandstoffen, dan zie ik:
    • Alle huizen isoleren en verwarmen met warmtepompen en warmtenetten
    • En transport (bus, vrachtwagens, boten) met brandstofcellen op gecomprimeerde waterstof.
Er is dus geen enkele reden om aardgas, biogas of waterstof te verbranden om huizen te verwarmen. Met warmtepompen is de benodigde energie acht maal lager dan met verbranding van waterstof of biogas. Ik verwijs naar de beperkte hoeveelheid CO2 die we nog in de lucht mogen pompen. Dan moeten we eigenlijk beslissen dat er geen enkel nieuw huis of gerenoveerd huis nog een gasaansluiting krijgt. Er moet een beleid komen om 'verbranding' te bannen voor woningen. Maar men laat de keuze aan de particulier.

Wat zie ik? In de speciale bijdrage van Knack 'Energie efficiënt + klimaatvriendelijk Slim (Ver)Bouwen' zegt Dirk Fransaer, de gedelegeerd bestuurder van het VITO (Vlaamse instelling voor technologisch onderzoek): “De bouwnormen zijn weggegooid geld”.  Hij bedoelt: Isoleren is weggesmeten geld.  Steven Van Caeckenberge de CEO van Gas.be schrijft op de volgende pagina: “Gas is het goedkoopste alternatief”.  Wat ze zeggen komt wonderwel overeen.

Moeten we opeens geen komaf meer maken met fossiele brandstoffen? Waar we in de toekomst zeker geen gassen moeten verbranden, daar doet men er alles aan om de transitie tegen te houden. Subsidies van 500€ per appartement om appartementsgebouwen aan te passen, als ze maar met gas blijven stoken. Terwijl er goed betaalbare oplossingen zijn om het anders te doen, met warmtepompen. Groene elektriciteit wordt belast, gas niet.

Het tweede punt. De transport, daar zal uiteindelijk alles wel met waterstof moeten gebeuren, geen verbrandingsmotoren, maar brandstofcellen. Daar gebeurt er niets. Waterstofnet bestaat 15 jaar en er staan welgeteld 8 tankstations in de Benelux. Er is zelfs geen plan om er iets aan te doen. Er worden geen collectieve beslissingen genomen. En geen enkele private speler ziet er winst in. Net zoals men niets beslist voor de verwarming van woningen, beslist men niets voor transport.

Wat zie ik wel? Immense studies met 'businessplannen'. Hoeveel kost waterstof die men maakt met aardgas? Hoeveel kost waterstof gemaakt met groene elektriciteit? Wat is de prijs van installaties en hoeveel subsidies hebben de bedrijven nodig om ervoor te zorgen dat ze aardgas of petroleum 'geleidelijk' – eigenlijk tergend traag of helemaal niet –  kunnen uitfaseren. Businessplannen per sector. Men vertrekt niet vanuit een collectieve logica hoe we de transitie – met het einddoel voor ogen – het best kunnen waarmaken, maar van de logica van individuele bedrijven en individuele beslissingen die maar investeren als ze winst kunnen maken. En als we zien dat ze geen winst kunnen maken, dan geven we maar subsidies. Maar de beslissingen over de investeringen blijven bij de individuen (bedrijven en particulieren) die allemaal hun eigen afzonderlijke rekening mogen of moeten maken. En dat wordt de optimale situatie voor de transitie. Ik verwijs naar VITO en Gas.be. Men hakt geen principiële knopen door. Wat kunnen die knopen zijn?

    • Huizen isoleren, vloerverwarming, warmtepompen, warmtenetten, enz. Niet toelaten, maar opleggen. Gasaansluiting verbieden waar mogelijk. Verbranding uitfaseren.
    • Uitbouw van een net van waterstofpompen voor het transport. Een beleid dat benzine en diesel voor transport uitfaseert.

We doen in beide gevallen het omgekeerde van wat ze zouden moeten doen.
En opeens blijkt dat er verschillende groepen van grote spelers waterstoffabrieken willen bouwen. Maar ze hebben allemaal wel veel subsidies nodig om te concurreren met de waterstof uit aardgas, want die is minstens de helft goedkoper. En om te tonen hoe het kan wordt er naar de zonnepanelen verwezen. De overheid heeft dat eerst gesubsidieerd en de concurrentie heeft er kunnen voor zorgen dat ze spotgoedkoop werden. En dat willen we nu eens overdoen met aardgasfabrieken. Ook die zullen spotgoedkoop worden, beweert men. Dat is het eerste argument. Het tweede argument is dat er veel overtollige groene elektriciteit is.

Beide argumenten zijn uit de lucht gegrepen. Met de elektrische wagens en warmtepompen zijn er de eerste jaren geen overschotten die een megawaterstoffabriek kunnen verantwoorden. Er moet eerst veel meer groene elektriciteit geproduceerd worden. Voor echt grote overschotten groene elektriciteit moeten we drie of viermaal meer groene elektriciteit geproduceerd worden. Op het vlak van groene elektriciteit is er niet echt stilstand, maar het stokt toch wel heel erg. En om volledig CO2 neutraal te zijn in 2050 moet er minstens 10 maal meer groene elektriciteit zijn. Als België dat niet zelf kan produceren, zal het die groene elektriciteit moeten invoeren.

geothermic power plant

Maar men wil wel megawaterstoffabrieken bouwen. Vijfhonderdduizend ton, 1 Miljoen ton, enz. Maar waterstoffabrieken zijn modulair opgebouwd en mogen niet stilstaan. Een waterstoffabriek bestaat uit parallelle modules van een paar megawatt. Als men echt vanuit de logica van een zo zuinig mogelijke of zo laag mogelijke CO2 uitstoot zou redeneren, dan zou men totaal anders te werk gaan. Men zou alle bedrijven verplichten zonnepanelen te plaatsen, veel meer windmolens op het land, veel meer zonnepanelen op de daken, en plaatselijk met kleine waterstofmodules energie opwekken. En kijken hoe dat geheel organisch kan groeien met transport op waterstof. Het bestaat, de technologie staat op punt. Qua rendement doen grote waterstoffabrieken het niet beter dan de kleine. Men wil grote waterstoffabrieken met groene elektriciteit die er nog niet is. Alles wat er gebeurt is totaal incoherent, alleen maar omdat men uitgaat van businessplannen en het behoud van monopoliepositie.

De achterliggende logica is die van de economische theorieën. Als de individuele bedrijven genoeg winst kunnen maken, dan investeren ze 'individueel'. En als ze investeren betalen ze individuele lonen uit. En de individuele mensen beslissen individueel hoe ze hun inkomen het best besteden. En dat leidt volgens de economische theorieën tot een optimale situatie. De overheid moet enkel wat bijsturen. Wat taksen, wat subsidies, wat fiscaal voordeel en klaar is kees. Maar het pad zelf, hoe, dat zal de markt wel bepalen. De overheid zou dat niet kunnen. En dan maakt men de sprong: we hebben veel waterstof nodig, dus als een grote speler een grote waterstoffabriek wil bouwen, dan is het goed. En als we subsidies moeten geven om ze zover te krijgen, dan zullen we dat doen. En als subsidies nog niet genoeg zijn dan maken we er een privaat-publieke samenwerking (PPS) van, zodat de winsten voor de privépartners gegarandeerd zijn. Dat is de kruimeltheorie uit de economische wetenschappen, toegepast op een transitiebeleid. Als de grote spelers er maar genoeg aan verdienen, dan komt het goed.

Het IPCC stelde voor om een CO2 taks aan de buitengrenzen in te voeren. Europa scheen het eerst over te nemen, maar blijkbaar hebben de lobbys hun werk goed gedaan en komt het er slechts in een erg verwaterde vorm. Een coherent intern transitiebeleid – ik heb geschetst hoe het er kan uitzien – is mogelijk als er een CO2 taks aan de buitengrenzen komt. En dan is er geen enkele reden meer om subsidies te geven aan de bedrijven, wel om boetes op te leggen als het niet gebeurt. Hier volg ik Piketty in zijn nieuwste boek.

Als er toch steunmaatregelen of subsidies nodig zijn, dan is het niet bovenaan bij de bedrijven, maar onderaan bij de particulieren, bij de helft van de bevolking die met moeite rond komt. Zij kunnen de kost om CO2 neutraal te zijn, niet doorrekenen. De bedrijven kunnen dat wel. Een VW Golf met groen staal kost slechts 200€ meer dan met het staal dat nu gebruikt wordt. Hoe kunnen particulieren gesteund worden? Kwantitatieve versoepeling. Geef mensen geld om de nodige werken uit te voeren (isolatie, vloerverwarming, warmtepompen, enz) dat moet terugbetaald worden als de woning verkocht wordt. Kwantitatieve versoepeling voor particulieren. Het mechanisme is hetzelfde als dat om de banken te redden. Terloops, kwantitatieve versoepeling is alles behalve het bijdrukken van geld, maar soit. Dat is een andere discussie.  

elektriciteitsleiding

Samengevat. Ik ben dus niet gelukkig als ik hoor dat men megawaterstoffabrieken wil bouwen i.p.v. meer groene elektriciteit te produceren. Er is geen beleid weg van het aardgas, weg van verbrandingsmotoren. Men wil dat er zo weinig mogelijk verandert. Wat biogas in het aardgas, en wat biovloeistoffen in de benzine en de diesel. Er is geen coherent beleid om ervoor te zorgen dat er vlug meer groene elektriciteit geproduceerd wordt. Er is geen beleid om voor het transport naar brandstofcellen op waterstof te gaan. Het is alsof men de particulier aan de fossiele brandstoffen wil houden om hem later te kunnen taxeren. Ondertussen stelt men hem gerust met wat biogas in het aardgas en wat biovloeistoffen in zijn benzine, diesel of mazoutverwarming, maar eigenlijk verandert er niets.

Het is trouwens mogelijk om gedecentraliseerd met lokale waterstofproductie de transitie echt in gang te zetten. Het is mogelijk om nu onmiddellijk al het goede pad te kiezen om te komen tot een CO2 vrije maatschappij in 2050. Maar men ziet het groots op maat van de grote bedrijven, de grote systemen, die hun monopolies willen behouden. Men gaat uit van de marktlogica, niet van een beleid om de doelstellingen te halen. De haalbaarheidsstudie die Oostende nu maakt, past volledig binnen een businessplan. Het wordt zo verkocht. Men cijfert of het financieel haalbaar is en hoeveel subsidies er nodig zijn. En dan beslist men om het al dan niet te doen. We zullen drie keer betalen. De subsidies voor de waterstoffabriek, de verliezen via de PPS om ervoor te zorgen dat de privépartners winst maken, en daarna CO2 taksen omdat we aardgas en olie blijven verbranden voor de verwarming, de auto of de bus. De hoeveelheid CO2 die we nog mogen uitstoten wordt ook veel te vlug opgesoupeerd, want waar we de grootste winsten kunnen halen doen we niets. En wat er moet gebeuren na 2030 ligt niet in het verlengde van de beslissingen die we nu nemen. Het is een ramp omdat het beleid geen collectief pad uitstippelt, maar alles overlaat aan de businessplannen van de bedrijven. Niettegenstaande we weten hoe we de doelstellingen van 2030 en 2050 kunnen en moeten halen. Eigenlijk moeten we als links meer doen dan zeggen dat 35% CO2 minder in 2030 onvoldoende is. De universiteiten moeten hun verantwoordelijkheid opnemen. We moeten concreet aantonen hoe het wel mogelijk is. Aantonen dat wat er voorgesteld wordt niet het klimaat dient, maar de winsten van de grote spelers. Als we hun oplossingen volgen eindigen we onvermijdelijk met CO2-taksen en kernenergie.  

Hugo Buyssens