Denken over tijd

tijd

"Druk druk druk" is zowat het meest gehoorde antwoord op de vraag "Hoe gaat het met jou?" We zijn de grip op tijd kwijt geraakt, ook op onze vrije tijd. Dat is zowel een individueel als een maatschappelijk probleem. Maar is er een link met een sociaal klimaat? Op 6 oktober organiseert de beweging Pasar een symposium rond tijd in Blankenberge. Eén van de sprekers is Johan Braeckman.

Weg met de bladblazer

Vroeger veegden mensen de bladeren op hun graspleintje nog samen met een hark. Je was daar toch algauw een uur of twee mee bezig. Tegenwoordig moet dat met een bladblazer. Dat is in de filosofie van vandaag fantastisch, want efficiënter. Maar wat doen we met de tijd die daardoor vrijkomt? Meestal niet zo heel veel. Ik pleit er daarom voor om die bladblazer te laten voor wat hij is en opnieuw de handen uit de mouwen te steken. Harken heeft allerlei positieve aspecten in zich waar we ons tegenwoordig niet meer van bewust zijn. Het zorgt ervoor dat je in beweging bent, je kunt dagdromen, je hoofd leegmaken, het brengt je in een postieve stemming. Een bladblazer daarentengen is lawaaierig, het stoort de buren, het is milieu-onvriendelijk en je maakt er je hoofd niet mee leeg, maar krijgt er integendeel hoofdpijn van. En meestal weet men toch niet goed wat men met de zogezegd gewonnen tijd moet aanvangen.

Walden

De belangrijkste auteurs die pleitten voor een trager werk- en levenstempo integreren dit in een meer algemene cultuurkritiek. Het beroemdste voorbeeld is wellicht 'Walden' (1854) van Henry David Thoreau; zijn verslag van zijn experiment om ruim twee jaar in de bossen te gaan leven, meer bepaald aan de oever van het meer Walden Pond in ConcordMassachusetts. Thoreau vond de Amerikaanse samenleving (toen al!) veel te druk en te jachtig, en hij vroeg zich af of hij in zijn eigen onderhoud kon voorzien. Hij bouwde een kleine, goedkope maar robuuste hut en kweekte bonen, die hij verkocht. Met de opbrengst kocht hij in de nabijgelegen stad alles wat noodzakelijk was om te overleven. Het lukte hem moeiteloos. Naar eigen zeggen was zijn probleem vooral om niet te veel bonen te kweken en te verkopen. Dat zou hem namelijk extra geld hebben opgeleverd, iets wat hij kost wat kost wilde vermijden. Hij berekende dat hij door zes weken per jaar te werken alle onkosten kon dekken die het leven vereiste. De rest van zijn tijd kon hij besteden aan lezen, wandelen, praten, studeren. 

Braeckman geeft aan dat de zorg voor het klimaat, de zorg voor zinvolle tijdsbesteding en voor meer grip op je tijd nauw met mekaar verbonden zijn. Wie bewuster leeft, socialer leeft, zal ook bewuster met tijd omgaan en met het klimaat. 

Stan De Spiegelaere, een andere spreker geeft  aan: "Kahneman, de bekende auteur van 'Thinking fast and slow', keek samen met collega’s naar wanneer mensen het gelukkigst zijn. Zonder verassing vond hij dat men vooral gelukkig is tijdens ‘verbindende’ activiteiten zoals omgaan met vrienden en familie. Maar een andere studie toont aan dat dit zich niet vertaalt in keuze voor meer vrije tijd. Hershfield en collega’s vroegen aan 4.000 Amerikanen of ze kozen voor tijd of geld. De meerderheid koos voor het geld. Maar degenen die voor tijd kozen waren wel duidelijk gelukkiger, zelfs als er werd gecontroleerd voor inkomen en het aantal uren dat men reeds werkt.

Hij legt de link tussen (geen) tijd nemen voor verbindende activiteiten, een –ontbrekend- sociaal klimaat en het overheersende economische denken  en handelen, dat mede verantwoordelijk is voor de klimaatproblematiek.

Willem Boon

 

Méér info op de website van Pasar