Departement Zorg vergeet tot driemaal toe advies bij chemisch stort Hooge Maey

De Hooge Maey is klasse 1-stort voor chemisch afval in de Antwerpse haven. De uitbating van het stort begon als een publiek-private samenwerking met Stad Antwerpen, maar is sinds 2018 in het beheer van Indaver, met Fernand Huts aan het hoofd. 


In december 2023 vroeg Indaver, uitbater van De Hooge Maey een bijstelling aan voor het lozen van PFAS. Tot januari 2021 werd het percolaat van de Hooge Maey zonder zuivering op PFAS geloosd in de Schelde. Daarbij vroeg Indaver nog lozingsnormen tot 1 460 000 nanogram/liter (ng/l) voor PFBA aan. Ondertussen ligt de strengste norm voor de meeste PFAS tussen 20 ng/l en 50 ng/l.

Sinds 2021 is Indaver gestart met onderzoek naar de aanwezigheid van PFAS-componenten in de lozing van het stort. Volgens Indaver is de aanwezigheid van PFAS onvermijdbaar in het percolaat. De vervuiling is historisch en het opleggen van aanvaardingscriteria voor PFAS-componenten in de gestorte afvalstromen is nooit aan de orde geweest in het verleden. De zuiveringstechnieken staan nog niet op punt volgens Indaver om de strengste normen te halen. Nochtans legde minister Demir onlangs deze strengste normen op voor de afvalverbrandingsoven in een recente bijstelling van PFAS in lozingswater. 

De Provincie beslist nu om Indaver nog éénmalig uitstel te geven voor de strengste normen voor PFAS-lozingen van de Hooge Maey. Voor vier PFAS krijgt Indaver hogere normen. Daarvoor geeft ze bijvoorbeeld voor PFBA een veel te hoge lozingsnorm van 10 000 ng/l. De huidige strenge normen liggen tussen 20 en 50 ng/l. Pas vanaf 1 februari 2025 gelden deze strenge normen ook voor Indaver Hooge Maey.

Opvallend is de vraag van de Provincie aan Departement Zorg:
‘De POVC merkt op dat tijdens de vergunningsprocedure voor de basisvergunning voor deze inrichting het advies van het Dep. Zorg vereist was. Gelet op de aard van de gevraagde bijstelling van de vergunningsvoorwaarden, is de POVC van oordeel dat ook voor deze procedure het advies van het Dep. Zorg gevraagd dient te worden. De POVC stelt daarom voor om, met toepassing van de administratieve lus, de beslissingstermijn met zestig dagen te verlengen.’

Departement Zorg geeft tot driemaal toe geen advies in deze procedure. Niet in de basisvergunning en tot tweemaal toe niet in de bijstelling voor het lozen van PFAS in de Schelde. Op deze manier wordt het effect op omwonenden niet in kaart gebracht. Vorige week kwam nog in het nieuws dat 1 op 6 stalen van ons drinkwater niet aan de strengste voorschriften voor PFAS voldoen. Een streng toezicht op het lozen van PFAS in oppervlaktewater dat secundair gebruikt wordt voor drinkwaterwinning, is de taak van Departement Zorg. 

‘Concreet wil dat zeggen dat elke bijkomende lozing van PFAS zal leiden tot een druk die de draagkracht van het aquatische ecosysteem overschrijdt en de facto een achteruitgang van de toestand zal veroorzaken. Ook voor PFAS die niet op de lijst van de 24 perfluorverbindingen staan, kan deze redenering doorgetrokken worden.’

Verstrenging van de vergunning dringt zich nochtans aan voor Vlaamse Milieu Maatschappij (VMM) en Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en -projecten (AGOP):

‘AGOP is van oordeel dat aangezien Indaver op dit moment niet over een adequate afvalwaterzuiveringsinstallatie beschikt voor de verwijdering van alle PFAS, het niet aangewezen is dat er nog PFAS-houdende afvalstromen worden aanvaard op de inrichting, noch dat er PFAS-houdende externe bedrijfsafvalwaters worden verwerkt op de inrichting.’

De VMM geeft een ongunstig advies: ‘Voor oppervlaktewater en biota worden in het merendeel (75-100%) van de locaties overschrijdingen van de geselecteerde toetsingswaarden vastgesteld. Voor oppervlaktewater en biota zijn de toetsingswaarden milieukwaliteitsnormen die gebaseerd zijn op humane visconsumptie en humane toxiciteit. Elke toevoeging aan PFAS draagt dus bij tot deze slechte meetresultaten. Gelet op bovenstaande worden de gevraagde bijzondere lozingsnormen voor PFAS ongunstig geadviseerd.’

De studie voor Best Beschikbare Technieken die Vlaams Instituut voor Technologische Ontwikkeling (VITO) lanceerde in september 2023 voor het zuiveren van lange en korte keten PFAS, krijgt ook een bemerking.
 
‘De conclusie van de studie is als volgt: Het gebruik van actievekoolfilters, die beschreven staat als best beschikbare techniek in de BBT-studie (VITO, d.d. 12 september 2023), wordt toegepast op de site, maar heeft tot op heden nog niet het gewenste resultaat gegeven inzake de verwijdering van alle PFAS- componenten.’

‘De inzet van de verschillende PFAS-verwijderingstechnieken zorgt voor een verhoging van metalen o.a. beryllium en vanadium in het lozingswater, wat een bijkomende complexiteit geeft voor de site. In de BBT-studies wordt er echter niet gesproken over deze mogelijke bijkomende problematiek.’

De provincie concludeert voorlopig dat er onvoldoende verwijderingsefficiëntie is voor korteketen-PFAS. Daarom moet het bedrijf verder onderzoek doen met nauwe betrokkenheid van overheidsinstanties. 

Climaxi stelt vast dat de provincie niet van plan in is om in te grijpen in het proces van de Hooge Maey door bijvoorbeeld het percolaat tijdelijk te stockeren tot de nodige technieken voor handen zijn. Het uitblijven van adviezen van Departement Zorg is een stevige flater om een doeltreffend milieubeleid te voeren. Departement Zorg nam vorig jaar uitgebreid de tijd om het PFAS-bloedonderzoek van Climaxi op grote schaal tegen te werken, maar nogmaals blijkt dat ze hun kerntaak niet volbrengen. 

Katrin Van den Troost