PFAS blijft een probleem in Vlaanderen

Climaxi werkt samen met allerlei specialisten. Onder hen de Nederlandse toxicoloog en internationaal PFAS-deskundige Jacob De Boer en meester Isabelle Larmuseau, topadvocate in omgevingsrecht. We brachten beiden samen voor een vraaggesprek: hoe zit het nu met die PFAS in Vlaanderen?

 

PFAS werd een internationaal probleem. Hoever staan we nu met de oplossingen?


Isabelle: Op Europees vlak wordt onder meer gewerkt aan een uitfasering van PFAS en aan een herziening van de REACH-verordening over het op de markt brengen van chemicaliën. Geen van beide wetgevingsoperaties zal zijn afgerond vóór de Europese verkiezingen in 2024. Dat is erg jammer. De eens zo beloftevolle Europese Green Deal, die onder meer ook voorzag in een herziening van de Europese vergunningenregelgeving en in het streven naar een uiteindelijke nulemissie, verliest steeds meer van zijn pluimen. Onder druk van de industrie krijgt de roep om ‘haalbaarheid en betaalbaarheid’ de bovenhand, zonder oog voor de grenzen van het ontvangende milieu. Met zo’n benadering dreigt een vergunningenstop niet te kunnen worden afgewend: ‘vol is vol’.

Jacob: De giftigheid van die stoffen is in elk geval internationaal bewezen en er zijn steeds meer studies die de gevolgen verder aan tonen. Er komt nu in Antwerpen een bloedonderzoek van bijna tienduizend mensen, georganiseerd door het Agentschap Zorg en Gezondheid, in een cirkel van 5 kilometer rond 3M. Dat moet ons enorm vooruit helpen in de zoektocht naar wat de precieze gevolgen zijn. Het op vandaag voorliggende onderzoek van 300 jongeren in de regio wijst nu al uit dat ook jongeren de gevolgen dragen door vertraging in hun puberteit en beschadiging van het immuniteitssysteem. Breder onderzoek zal ons nog verder op weg helpen.

De materie is complex: er is zoveel PFAS gebruikt in allerhande stoffen (pannen, broodzakken, waterdichte kledij…) en daarbovenop komen nog de storten en verbrandingsovens waar die producten tenslotte terechtkomen. Ondertussen merken we nu ook dat er PFAS in het zeeschuim zit. Dat werd op internationaal vlak aangetoond aan de Belgische kust en zelfs al in Australië. De situatie wordt dus ernstiger met de dag. Je mag het je toch niet gaan voorstellen dat onze zeeën en oceanen zodanig vervuild zouden zijn, dat we aan de mensen moeten gaan verbieden om te dicht bij de zee te gaan vertoeven? Vergeet niet dat het om stoffen gaat die nauwelijks afbreken. Daarom is die Europese regelgeving zo belangrijk en echt dringend.

 

En hoe zit het nu in Vlaanderen? Men zegt dat men hier ook aan nieuwe regelgeving bezig is?


Isabelle: Na het losbarsten van het PFAS-schandaal hadden we de parlementaire onderzoekscommissie PFAS-PFOS. Dat was een indrukwekkende operatie. Nu is het wachten op de concrete implementatie van de output van deze commissie Er wordt vooral veel aangekondigd: van een beleidsplan zeer zorgwekkende stoffen tot een kenniscentrum innovatieve saneringstechnieken en noem maar op. Beangstigend daarbij is dat de PFAS-desinformatie blijft voortduren. De onderbelichte aanwezigheid van PFAS in kustgebieden is daarvan een voorbeeld. Een ander voorbeeld is Oostende, waar het twee jaar heeft geduurd vooraleer men de omwonenden van de luchthaven op de hoogte heeft gebracht van een reeds lang gekende PFAS-verontreiniging.

Als je uitgaat van de gezondheidskundige advieswaarde van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid, de zogenaamde ‘EFSA-4 norm’, moet heel Vlaanderen als risicogebied worden beschouwd. Omdat Vlaanderen een rapportagegrens hanteert die 100 keer hoger ligt dan in Nederland, blijven er bovendien veel PFAS buiten beeld. In deze onvolkomen wereld levert Climaxi verdienstelijk werk door slachtoffers van diverse ‘PFAS-brandhaarden’ in Vlaanderen met elkaar in contact te brengen, onder het motto ‘samen sterk’. Het levert hen niet op alle banken applaus op. Kritische stemmen hebben het op vandaag zwaar te verduren, ook dat blijft een grote zorg.

 

Gaat het in Nederland beter?


Jacob: Niet echt hoor, we zitten met dezelfde problemen. Ook bij ons, in Sliedrecht bijvoorbeeld, wordt er gebouwd in zones met te veel PFAS in de grond. Elke gemeente moet het zelf maar een beetje bekijken en dat geeft dan problemen. Er is de druk van de woningmarkt en er moeten huizen gebouwd worden, maar waar gaat men naartoe met het woonplezier? In die zones ga je niet mogen buiten spelen, geen groenten eten uit de tuin.


Climaxi maakt zich zorgen om mensen die in een aantal fabrieken werken. Denk aan Utexbel in Ronse, 3M etc. Dikwijls werken daar de economisch lagere klassen aan slechte lonen en in ongezonde omstandigheden.


Isabelle: Arbeid is in ons land een federale bevoegdheid en milieu een gewestelijke, dat maakt de zaken er niet makkelijker op. 3M blijkt al in de jaren ’70 van de vorige eeuw hoge concentraties PFOS te hebben vastgesteld in het bloed van de eigen werknemers, dat is waanzin. Maar wat te denken van een overheid die tot eenzelfde vaststelling komt? Jarenlang heeft onze overheid weggekeken van de vergiftiging van de omwonenden, in het belang van het Oosterweelproject. Zelfs op vandaag organiseert de overheid nog steeds geen maatschappelijk debat over de vraag welke gezondheidsrisico’s de Vlaamse burger aanvaardbaar acht. De lusten en lasten worden nog steeds niet eerlijk verdeeld, het probleem is nog steeds niet van de baan, hoeveel moeite men ook doet om het omgekeerde te doen geloven.

Jacob: We moeten dat toch ook in verband brengen met de bezuinigingen van de laatste jaren. Men heeft de staat ontvet en bijvoorbeeld de arbeidsinspectie van ambtenaren vervangen door eigen bedrijfsdiensten, die uiteraard moeten luisteren naar de aandeelhouders. We hebben waarden als gezond leven en zo naar de achtergrond geduwd omwille van bezuinigingen en we hebben alles overgelaten aan de bedrijven. Soms bellen die mij om metingen te vragen. Als we daar klaar voor zijn en ja zeggen, dan krijgen we de boodschap om te wachten op de gepaste dag. Die gepaste dag is dikwijls een dag dat er geen productie is.

Ik ben zeer teleurgesteld dat de industrie zo weinig verantwoordelijkheid tentoonspreidt. In plaats van oplossingen te zoeken, zijn ze vooral op zoek naar de gaten in het net. Ze stoppen meer energie in het proberen ontsnappen aan regelgeving dan in de zoektocht naar manieren om het anders te doen. We hadden al de ervaring met PCB’s, dioxines enzovoort en toch hebben we het weer laten gebeuren. Er zijn in de chemie alternatieven genoeg voorhanden om schadeloos te produceren, maar men wil ze niet gaan zoeken.

Filip De Bodt