Climaxi staat achter Housing Action Day

In tijden van fors stijgende huizenprijzen en huurprijzen is een rechtvaardige samenleving ver te zoeken. Wat we nu zien is een steeds ongelijkere huizenmarkt en een falend sociaal huisvestingsbeleid. De huizenprijzen en huurprijzen zijn in afgelopen jaren fors gestegen tegenover lonen in België. Zo’n 52% van de private huurders betaalt meer dan een derde van zijn inkomen aan huur. Door de hoge prijzen kiezen mensen ervoor om een woning te huren of kopen die niet aan de eisen voldoet (problemen met vocht, onveilige woningen, slechte isolatiewaarden, verouderde energieverslindende installaties of tekort aan slaapkamers) ofwel om te gaan besparen op andere levensnoodzakelijke kosten (zoals medische kosten, comfort of kwalitatieve voeding). De hoeveelheid aan niet duurzame woningen is niet te onderschatten: volgens de Woonzaak is 47% van de private huurwoningen ontoereikend qua kwaliteit. Dit schaadt enerzijds de mensenrechten, maar anderzijds ook het klimaat en milieu. Deze slechte woningen verbruiken vaak veel energie om te verwarmen of af te koelen.

Er is dringend nood aan een structureel renovatiebeleid. En dit staat niet gelijk aan een beleid waarbij we oude woningen met de grond gelijk maken, maar waarbij we op een duurzame en circulaire manier bewust omgaan met grondstoffen. Dit probleem manifesteert zich niet enkel bij huurwoningen, maar ook bij mensen die eigenaar zijn van hun eigen woning. Het zijn dan vooral de  ‘Noodkopers’ die de dupe zijn. Deze term beschrijft  mensen die een “goedkope” woning kopen door een gebrek aan degelijke en betaalbare private en sociale huurwoningen maar achteraf onvoldoende geld hebben om deze woning te verbeteren.

Hier ziet men een vaak voorkomende vaststelling; de laagste inkomensgroepen zijn het minst verantwoordelijk voor de klimaatverandering maar worden het meest benadeeld door de gevolgen ervan. Hun huizen verbruiken veel energie (waardoor hun energie- en verwarmingskosten stijgen) en zijn het minst aangepast aan hittegolven. Ook liggen hun huizen vaak op locaties met veel luchtvervuiling en geluidsoverlast of op locaties die vatbaar zijn voor milieu- en klimaatrampen (bijvoorbeeld bij de overstromingen in Verviers).

Daarbovenop werkt het Vlaams renovatie- en woonbeleid averechts. In het boek ‘Waarom gele hesjes niet met een bakfiets rijden’ van Wim van Lancker en Adeline Otto staat dat 58 procent van het totaalbedrag van fiscale premies en subsidies voor energiebesparende maatregelen naar de gezinnen met de allerhoogste inkomens gegaan is. Denk dus aan het aanschaffen van zonnepanelen of subsidies voor renovatie. Deze fiscale premies en subsidies vergroten niet alleen ongelijkheid maar kunnen ook het omgekeerde effect hebben, door de extra financiële steun kan er extra kapitaal worden vrijgemaakt voor luxeconsumptie. Dat is onnodig energie-intensief.

De vastgoedmarkt is een ongelijk speelveld

Ongelijkheid vindt men niet alleen in de soort huizen waar mensen in wonen maar ook wie toegang heeft tot de vastgoedmarkt. Grote vastgoedbedrijven lijken vrij spel te krijgen, in het huidige beleid. “onze woningen worden geclaimd door banken en verkocht in portefeuilles aan vastgoedinvesteerders zodat deze woekerwinsten kunnen boeken op de huizenmarkt terwijl ze van enorme belasting voordelen genieten.” Zoals Housing Action Day aankaart. Dit heeft als gevolg dat het aanbod aan duurdere woningen sneller groeit, omdat hier meer winst bij gemaakt kan worden. Denk maar aan de nieuwe woontorens bij de haven in Oostende. Hele complexen worden opgebouwd, uit steeds schaarser wordende materialen, niet om mensen de nodige huisvesting te voorzien, maar als zeer lucratieve aandelen in de lucht. Het financialiseren van vastgoed is niet enkel asociaal, maar is vaak ook een bedreigende factor voor natuur, open ruimte, grondstoffen en volksbuurten die bedreigd worden door gentrificatie.

Deze factoren zorgen ervoor dat het huidige huisvestingsbeleid de ongelijkheid in de maatschappij enkel vergroot. Op hetzelfde moment is het Vlaams Sociale Huisvestingsbeleid sinds eind vorige eeuw enkel afgebouwd. De doelstellingen van het beleid zijn niet meer geactualiseerd, zo halen sommige gemeenten hun doelstellingen maar lopen de wachtlijsten op. Momenteel staan er evenveel mensen op een wachtlijst als er huizen beschikbaar zijn. Meer dan 169.096 gezinnen staan op de wachtlijst voor een sociale woning en dit is een cijfer dat we de afgelopen jaren alleen maar hebben zien groeien. Tegelijkertijd merken we op dat het aantal sociale woningen amper toeneemt en zelfs daalt op sommige plaatsen.

In plaats van dat de sociale huisvestingsmaatschappijen een leidende rol innemen in het renovatiebeleid, hinken ze eerder achterop. Een groot deel van het woningpark is verouderd, wat resulteert in hoge facturen voor de meest kwetsbare gezinnen. Enkele gezinnen konden genieten van het verruimd sociaal tarief voor o.a. energie maar deze maatregelen wordt binnenkort afgebouwd terwijl de energieprijzen nog steeds erg hoog zijn. En dan zijn er nog veel gezinnen in sociale huisvesting die geen sociaal tarief hebben.

In de plaats van nodige investeringen te doen in het sociale huisvesting, kiest de Vlaamse regering en minister Diependaele ervoor om met het budget voor sociale huisvesting, goedkope leningen ter beschikking te stellen aan privé-ontwikkelaars of particulieren, die daarmee woningen aan een verlaagde huurprijs op de markt moeten aanbieden. Dit systeem is echter niet het equivalent van echte sociale huisvesting. De prijzen zijn vaak hoger en niet naargelang het inkomen van de bewoner en het is van korte duur. Na twintig jaar kan de eigenaar zijn woning opnieuw aan een verhoogde prijs verhuren, zelfs na de talloze voordelen die deze kreeg. Wij vragen ons af hoe het besteden van publiek geld op deze manier gerechtvaardigd wordt.

Daarom staat Climaxi -samen met andere sociale organisaties- volledig achter de slogan van Housing Action Day: “Housing for people not for profit”. Een huisvestingsbeleid zou moeten uitgaan van een duurzame, solidaire en sociaal rechtvaardige maatschappij. Inspraak van burgers speelt een cruciale rol in het vormgeven van een huisvestingsbeleid. Participatie van de gemeenschappen die momenteel het hardst getroffen worden door het huidige beleid is cruciaal. Een sociaal renovatiebeleid is essentieel om de nood aan duurzame woningen op te lossen. Dit beleid zal niet alleen kunnen zorgen voor een lager energiegebruik -wat een win-win situatie is voor alle partijen- maar kan het bewustzijn op vlak van duurzaamheid breder uitdragen bij bevolkingsgroepen die vandaag uitgesloten worden.

Simon Van Parijs

Op zondag 26 maart, 15 uur start de Housing Action Day protestmars aan Metrostation Graaf van Vlaanderen in Brussel.

https://www.facebook.com/events/3117697371861362?active_tab=about